Huichol-draadmandala maken – Het Oog van God

In deze workshop maak je kennis met de kleurrijke draadmandala’s van de Huichol-cultuur, ook wel bekend als Ojo de Dios – het Oog van God. Deze geometrische kunstvormen zijn niet alleen visueel aantrekkelijk, maar dragen ook diepe spirituele betekenissen. Door het maken van een draadmandala verbind je je met een eeuwenoude traditie waarin kleur, vorm en intentie samenkomen in een meditatieve creatieve ervaring.

In deze workshop leer je:

  • De culturele achtergrond van de Ojo de Dios
  • Symboliek en spirituele betekenis van kleur en vorm
  • Technieken om je eigen draadmandala te maken
  • Reflectie op je creatie en het proces

Het Oog van God

De Ojo de Dios is afkomstig uit de Huichol-cultuur (Wixárika) uit Mexico, en wordt ook gevonden bij de Aymara-volkeren van Bolivia en Peru. Het is een spiritueel object, traditioneel gemaakt door ouders voor hun pasgeboren kinderen. Elk jaar wordt er een extra laag draad toegevoegd tot het kind vijf jaar oud is. De mandala is bedoeld om bescherming, inzicht en een zegen te bieden – het “oog” waarmee God over je waakt.

De basisvorm is meestal een kruis van twee stokjes, met draden die in een geometrisch patroon worden geweven. Oorspronkelijk werden de draadmandala’s gemaakt van wol en houten takjes, vaak in natuurlijke kleuren, maar tegenwoordig worden ook felle garens en decoratieve stokjes gebruikt.

Spirituele Symboliek

Een draadmandala is méér dan een decoratief object. Elke kleur, elke laag en elke richting heeft betekenis. Hier zijn enkele belangrijke symbolische elementen:

 Kleuren en hun betekenissen (Huichol-traditie) 

  • Rood – Leven, vuur, passie, bescherming
  • Blauw – Water, wijsheid, vrouwelijke energie
  • Groen – Natuur, gezondheid, harmonie
  • Geel – Zonlicht, inzicht, heling
  • Wit – Spirituele zuiverheid, verbinding met het goddelijke
  • Zwart – Mysterie, aarde, de nacht

 Vorm en structuur 

  • Het centrum – Het innerlijk oog, het beginpunt van bewustzijn
  • De vier armen – De vier windrichtingen of de vier elementen (aarde, lucht, vuur, water)
  • Lagen – Groeistadia, jaren van het leven, persoonlijke ontwikkeling

Materialen

Voor deze workshop heb je de volgende materialen nodig:

  • 2 tot 4 houten stokjes (ijsstokjes, satéprikkers of bamboestokjes)
  • Kleurvolle garens of borduurgaren in verschillende kleuren
  • Schaar
  • Eventueel: kralen, veren, bedeltjes, lijm

 Voorbereiding en intentie

Voordat je begint met het maken van je mandala, is het belangrijk om even stil te staan bij je intentie. Vraag jezelf af:

  • Wat wil ik in dit moment eren, beschermen of helen?
  • Voor wie of wat maak ik deze mandala?
  • Welke kleuren passen bij deze intentie?

Je kunt bijvoorbeeld een mandala maken voor innerlijke rust, of voor een vriendin die een moeilijke tijd doormaakt. Schrijf je intentie op een klein papiertje, of spreek het zachtjes uit voordat je begint.

 

Stap-voor-stap instructie

 

Stap 1: De basis maken

  1. Kruis de stokjes: Leg twee stokjes kruislings over elkaar zodat ze een kruis vormen. Zorg dat de hoeken gelijk zijn.
  2. Bind het midden vast: Neem een stukje draad en wikkel het stevig rondom het kruispunt. Begin met een kruisvormig patroon (onder-boven, links-rechts) en wikkel net zolang tot de stokjes stevig vastzitten. Knoop af of laat het uiteinde in de volgende kleur opgaan.

 

Stap 2: Weven van de mandala

 

Nu begint het echte mandalawerk. Kies je eerste kleur en begin in het midden.

  1. Weef rondom: Sla het draad over één stokje heen, draai het eromheen en ga naar de volgende. Herhaal dit in een ritmisch patroon. Je zult merken dat er vanzelf een geometrisch patroon ontstaat.
  2. Span het draad: Zorg dat de draad niet te los of te strak zit. Trek het aan zodat het netjes op zijn plaats blijft zonder het hout te buigen.
  3. Kleur wisselen: Wil je van kleur wisselen? Knoop dan het nieuwe draad aan het oude vast (met een dubbele knoop) en werk de uiteinden netjes weg onder de volgende lagen.
  4. Extra lagen en patronen: Door andere technieken toe te passen, zoals twee keer wikkelen per stokje, of het overslaan van stokjes, kun je complexere patronen maken. Je kunt ook vier stokjes gebruiken om een achtpuntige mandala te maken.

 

Stap 3: Afronden en versieren 

  1. Eindknoop: Wanneer je de gewenste grootte hebt bereikt, knoop je het draad stevig vast aan een stokje. Werk het uiteinde weg of plak het met een beetje lijm.
  2. Decoreren: Voeg eventueel kralen, veertjes of symbolen toe aan de uiteinden van de stokjes. Dit versterkt je intentie en geeft je mandala een persoonlijke touch.
  3. Ophangen: Je kunt een lusje aan de achterkant maken om je mandala op te hangen aan een muur, altaar of raam.

 Reflectie op het proces

Het maken van een draadmandala is een vorm van meditatie. Je bent bezig met ritme, kleur, herhaling en betekenis. Na afloop kun je jezelf de volgende vragen stellen:

  • Hoe voelde het om deze mandala te maken?
  • Welke gedachten of gevoelens kwamen op tijdens het wikkelen?
  • Welke kleuren trokken je het meest aan, en waarom?
  • Wat zegt het eindresultaat over je huidige gemoedstoestand?

Je kunt deze reflectie ook opschrijven in een dagboek of mandalaboekje.

Achtpuntige mandala

Wil je een grotere of meer complexe mandala maken? Gebruik dan vier stokjes in een stervorm (2 kruisen over elkaar). Herhaal het weefpatroon zoals bij de vierpuntige versie, maar werk telkens alle acht armen rond.

 Meditatieve oefening

Voordat je begint, kun je een korte meditatie doen:

  1. Sluit je ogen en adem diep in en uit.
  2. Visualiseer je intentie – een gevoel, een persoon, een symbool.
  3. Laat een kleur opkomen in je geest.
  4. Open je ogen en kies die kleur als je startdraad.

 Familie- of groepsmandala

Maak samen met een groep één grote mandala waarin iedereen een laag toevoegt. Laat elke persoon zijn of haar intentie uitspreken voor het begin. Deze groepsmandala kan een krachtig symbool van verbinding worden.